Een peutermeisje heeft een verkleedjurk aangetrokken. “Ik ben een prinses”, zegt ze. De veel te grote roze handschoenen en de plastic tiara maken de outfit compleet. Deftig loopt ze heen en weer. “Waar is de prins dan?” vraag ik. Maar die is er vandaag niet. Er is wel een koning. En een ridder. En brandweerman Sam. Want in de fantasie van kinderen kan dat allemaal, en ook nog bij elkaar.
Voor peuters zijn de koning, koningin, prinsesjes en prinsjes mensen die in een enorm kasteel wonen. Inclusief ridders en draken. En daarom een aantal boekentips, want naast het verkleden als prinses of koning zijn verhaaltjes erover ook zeer geliefd!
Ook tijdens andere momenten op de dag komt het onderwerp koning voorbij. Na het fruitmoment gaan we liedjes zingen. De bak met kaartjes waar de liedjes op staan, gaat de tafel rond. Om en om pakken de kinderen een kaartje en zingen we het bijbehorende liedje. Als een peuter het kaartje met het kroontje pakt, zingen we uit volle borst:
Twee emmertjes water halen
Twee emmertjes pompen
Meisjes op de klompen
Meisjes op een houten been
Rij maar door mijn straatje heen
Van je ras, ras, ras
Rijdt de koning door de plas
Van je voort, voort, voort
Rijdt de koning door de poort
Van je erk, erk, erk
Rijdt de koning door de kerk
Van je één, twee, drie!
Voor Koningsdag knutselen we een kroon. De kinderen plakken allemaal mooie plastic diamanten en stukjes glitterpapier op het karton. De meiden kiezen vooral roze, de jongens plakken alles wat ze krijgen. Als de lijm opgedroogd is, meten we de kroontjes af. Sommige kinderen willen hem meteen al op, zij voelen zich een echte prinses, koningin, koning of toch ridder. Aan het eind van de middag kan de kroon mee naar huis. Fijne Koningsdag!