Het kabinet gaat de dienstverlening van de Belastingdienst rond de kinderopvangtoeslag verbeteren zodat minder ouders hoge bedragen moeten terugbetalen. Het aangekondigde wetsvoorstel om vanaf 2020 de toeslag via DUO naar de kinderopvangorganisaties over te maken, gaat daarom niet door. Staatssecretaris Van Ark kondigde dit vandaag aan in een brief aan de Tweede Kamer.
De huidige wijze van voorschieten van de kinderopvangtoeslag leidt bij een deel van ouders tot financiële problemen. Met name bij ouders met lage inkomens en een wisselend inkomen. Dat was voor het kabinet aanleiding om een andere manier van financieren van de kinderopvang te onderzoeken.
Van Ark: ‘’Na een zorgvuldige afweging heeft het kabinet besloten dat we ouders met hoge terugvorderingen ook kunnen helpen via meer en beter maatwerk in de dienstverlening van de Belastingdienst.”
Bij deze afweging is gekeken naar de mogelijkheden voor verbeteringen, afgezet tegen risico’s. Zowel binnen het huidige stelsel als in een nieuw stelsel. De afgelopen jaren heeft de Belastingdienst meer grip gekregen op de processen en is er meer stabiliteit in de uitvoering van de kinderopvangtoeslag gekomen. Het kabinet kiest daarom voor het doorvoeren van verbeteringen en veranderingen bij de Belastingdienst in plaats van een nieuw systeem.
De ervaringen met de verbeteringen rond de kinderopvangtoeslag kunnen ook helpen bij het verbeteren van het systeem rond andere toeslagen.
Van Ark: ‘’De Belastingdienst heeft al veel stappen vooruit gezet rond de uitvoering van de kinderopvangtoeslag. Ze gaan daar de komende periode mee door.’’
Het kabinet geeft hoge prioriteit aan het terugdringen van schulden van mensen. Daarom zal een deel van de verbeteringen al dit jaar in gang worden gezet. De vertegenwoordigers van ouders en ondernemers in de kinderopvang worden betrokken bij de verdere uitwerking van de voorgenomen verbeteringen.
In opdracht van het vorige kabinet was DUO begonnen met de ontwikkeling van een nieuw systeem. De kosten die daarmee tot nu toe gepaard zijn gegaan, bedragen circa 20 miljoen euro. Er wordt gekeken hoe de tot nu toe ontwikkelde oplossingen gebruikt kunnen worden voor andere trajecten.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid